Verhalen

Thu 28-Mar-24 - 11:23:22

<=== Naar de Inhoudsopgave

Eer

Datum: Thu 01 January 2004
Door: Raptor
Dit Verhaal gaat over: Nachtelfen

Niets, bijna niets, is zo belangrijk voor een Nacht elf als eer. Als er één ding belangrijker zo zijn dan ...

Misschien kan dit verhaal je vertellen wat het is.

Driehonderd jaar geleden liepen twee jonge Nachtelfen door de poort naar buiten. Gesponsord door de Hoge priesteres, legendes op school en net afgestudeerd (lees: vol van hun zelf). Vertegenwoordigers van de verschillende ordes namen contact met hen op, zelf spreukers van Slang en Basiliek waren geïnteresseerd. Niet dat het uitmaakte dank zij hun sponsor konden ze gelijk beginnen bij Griffioen. Hun carrire schoot als een pijl omhoog, na vijftig jaar waren beide al een luitenant en stonden ze op het punt alfa te worden.De taak die ze kregen was simpel. Bescherm Olath Zilaft (De Duistere Rots) tijdens het ritueel van splitsing. Og'elend zou de verdediging van de stad op zich nemen, Arbblen de verdediging van het ritueel. Alles was geregeld en de twee waren er van overtuigt dat zij de jongste alfa's van Griffioen zouden worden. De laatste uren voor het ritueel, Og'elend ging alles nog eens controleren, Arbblen bezocht de tempel. Of zo dacht men.

Het gekke van een pijl is, dat als je het omhoog schiet hij vroeg of laat weer terug komt. De pijl kwam tijdens het ritueel terug, hard, snel en met rente. Wanneer het gebeurde is onbekend maar ergens was iemand in contact gekomen met buitenstaanders, huurlingen die voor de juiste prijs hun eigen keel zouden doorsnijden. Deze huurlingen hadden een basis nodig. Een uitpost dat voor de meeste wezens verborgen was. én weg als toegang had waar je de stad door kon bereiken en honderden manieren om de stad te verlaten. Olath Zilaft was dit en nog veel meer. Op het moment dat het ritueel van de splitsing plaats vond sloegen ze toe.

Er kwamen geruchte binnen dat er een verader was. Niet veel later viel de eerste bewaker. Het baken dat ze beschermde werd vernietigt. Arbblen had een mogelijk gevaar verwacht vanuit de cirkel. Alles stond daar op gericht. De logge apparaten konden worden gedraaid maar dat vergde tijd. Tijd was iets dat ze niet lang hadden de huurlingen waren snel en er was nog maar één baken over.

Een klein groepje probeerde het laatste baken te verdedigen. Arbblen rende met enkele wachters mee. Zijn hart sprong van vreugde toen hij Og'elend zag. Ze waren gered. Og'elend stond bij het baken, doordrenkt in bloed en met de grootste grijns die Arbblen ooit gezien had. Van zijn zwaard viel één van de buitenstaanders. Hij wist hoe hij een dramatische opkomst moest verzorgen. Og'elend pakte het laatste baken op en keek Arbblen aan. Voor een eeuwigheid leek er niets te gebeuren. Toen drong er een vreemde gedachte in Arbblen's hoofd. Og'elend kon zien waar zijn vriend aan dacht en schudde zijn hoofd. "Wat denk je? Zo stom zou ik toch niet zijn."

Met deze woorden liet hij het laatste baken vallen.

Alles en iedereen was in een flits weg. Het ritueel was ondanks alles een succes, de splitsing was gelukt. Olath Zilaft bleef "leeg" achter. Leeg met een onbekend aantal huurlingen.

Maar dit was niet het einde van Og'elend of Arbblen. Og'elend werd de nieuwe heerser van Olath Zilaft Arbblen mocht voor de Hoge priesteres verschijnen, en uitleggen wat er mis ging.

Het was een mooi gebeuren. Arbblen mocht met zijn manschappen het web betreden. In het midden, bij het altaar, stond de Hoge priesteres. Aan haar linker hand stond de Prime van Griffioen, aan haar rechter hand zijn Alfa. In een prachtige show werd de incompetentie van Arbblen verwoord door "ooggetuigen". Om een lang verhaal kort te maken. Hun Schande was zo groot dat ze geen snelle dood werd gegund. Verstoten uit de orde resten hen nog één hoop, maar één voor één draaide de Primes van de andere ordes hun rug naar hen toe. Van af dat moment waren zij slechts huurlingen.

Nu tweehonderd en vijftig jaar later.

"Voor tweehonderd en vijftig jaar later hebben we als huurlingen moeten leven. Terwijl jij als een vorst op een troon zat. Zoals je ziet hebben we in die tweehonderd en vijftig jaar niet stil gezeten. De meeste van ons ken je toch nog wel Og'elend? Riss, de wachter die naast me stond, toen je het baken liet vallen. Kesra en Daska' van mijn oude groep. Wist je dat ze er driehonderd jaar over hebben gedaan om bij Griffioen te komen."

Arbblen kijkt naar Og'elend. Het is nu moeilijk om je voor te kunnen stellen dat hij ooit een groot krijger was. Niets doen heeft hem geen goed gedaan. Angst is nu duidelijk te zien op zijn gezicht. Kleine bewegingen met zijn ogen verraden de locaties van wapens of gangen.

"Ik kreeg laatst te horen, van de Hoge priesteres, dat als we jouw gevangen kunnen nemen we onze oude plek terug kunnen krijgen. Hoe klinkt dat Og'elend? Ik lever jouw in en ik mag weer luitenant spelen bij Griffioen. Eer herstel, zelf de mogelijkheid om gelijk als alfa te beginnen. Je weet hoe belangrijk dat voor ons is. Wij krijgen allen eer herstel..."

"Ik denk dat Olath Zilaft nooit meer een uitpost zal zijn. Riss, je manschappen zijn iets te ... gedreven geweest. Als ik zeg: 'Laat geen steen op de andere staan.' Bedoel ik dat niet letterlijk."

Arbblen draait zich langzaam naar Og'elend toe. Zijn neus raakt bijna die van zijn goede oude vriend. "Og'elend, voordat ik het vergeet. Arbblen is dood. Hij stierf tweehonderd vijftig jaar geleden toen je ons verraadde. Nee, ik ben geen ondode. Maak je geen zorgen.(Zijn grijns word nog groter).... Riss laat hem los. Onze vriend hier ziet er niet uit als iemand die zelf moord wil plegen en ontsnappen is op dit moment nog te riskant. De meeste wezens buiten willen nog steeds je bloed drinken."

"Zijn er nog dingen die je mee wilt nemen? Als je voorwerpen hebt die je nodig hebt voor je verdediging kan je ze nu pakken."

Og'elend draait zich om en loopt naar een kast, van uit een spiegel ziet hij dat niemand hen aan kijkt. Ze denken dat hij zwak is, dat hij het verleerd heeft hoe hij moet vechten. Ha, je hoeft niet de beste te zijn om een gevecht te overleven. Je moet gewoon beter voorberijd zijn dan de ander. Og'elend heeft tweehonderd vijftig jaar de tijd gehad om zich voor te berijden. Een wapen kan groot, dodelijk en indrukwekkend zijn maar soms is het beter om een klein, bijna niets noemenswaardigs, wapen te gebruiken zeker als je tegenstanders dicht bij zijn. "Ik ben klaar."

Arbblen maakt een gebaar met een hand, ik mag als eerste naar buiten gaan. Ze zijn nog dommer dan dat ik dacht. Zodra ik door de deur ben, ben ik weg.

De vier nachtelfen kijken naar elkaar en er verschijnt een grijns op hun gezicht.Arbblen draait en zakt door zijn knieën. Riss steekt zijn linker hand uit en men hoort een klein "pling". Kesra en Daska' hebben beiden een flesje in hun handen dat zij klaar hebben om te gooien. Og'elend kijkt in ongeloof naar beneden. Er druppelt bloed over Arbblen's hand. Een pijl steekt via zijn rug uit zijn borstkast. Hij kijkt van pijlpunt naar Arbblen. De grijns op Arbblen zijn gezicht lijkt nog groter te zijn geworden.

"Wat dacht je? Denk je echt dat wij nog terug willen, wetend dat we jou daarvoor in leven hebben moeten laten?"

"Wij zullen de fout die jij maakte niet maken. Wij zorgen er voor dat we zeker zijn dat je dood bent. Kesra, Daska', het is nu jullie show!"

Kesra en Daska' lopen rustig naar Og'elend toe "Maak je geen zorgen."

Ze lijken de worden te hissen. "Dit zal hééél veel pijn doen. Je hoeft niet bang te zijn. De pijn zal blijven. Je zal voor de Hoge priesteres verschijnen verader. Daar zal je een boodschap voor ons overbrengen. Een boodschap met ons antwoord. Geloof ons het word een knaller."

Eer is heel belangrijk voor een Nacht elf, wraak trouwens ook.

<=== Naar de Inhoudsopgave